MOTOLEGGERA

Guzzi wil echter meer succes en dus stort de 'fabriek van de liggende eencilinders zich ook op de markt van de echt lichte fietsjes. Al in 1946 verschijnt {de Motoleggera}, een 65 cc tweetakt. Het 2 pk sterke motorfietsje weegt 45 kilogram en perst er een top van 50 kilometer uit De Motoleggera blijkt een onvervalst kassucces. In drie jaar tijd worden er meer dan 50.000 aan de man gebracht. Volgens Guzzi-traditie is de Motoleggera opvallend rood gekleurd én zuinig: met twee liter mengsmering komt de lichte Guzzi-telg 100 kilometer ver.

Uiteraard kan de fabriek het niet laten om met het 65 cc'tje enkele snelle experimenten uit te voeren. Na 27 wereldrecords in 1948 in Saxson en Monza doet Guzzi het in 1950 nog eens dunnetjes over en verpulveren vele records in de klasse tot 100 cc. Onder andere over de niet misselijke afstand van 1000 km. De tot 75 cc opgehoorde Motoleggera legt deze proef af met een gemiddelde van ruim 105 kilometer'

De aansprekende verkoopcijfers in de lichte motorklasse stimuleren tot nieuwe initiatieven. In 1950 betreedt de fabriek ook de markt van de scooter. Guzzi lanceert de Galletto. Een hybride avant-la-lettre met z'n bescherming van een scooter en z'n hoge wielen en wegligging van een motorfiets. De viertakt Galletto is zestien jaar lang een kassucces en ondergaat in die jaren een opwaardering van 160 cc naar {175} en uiteindelijk {192 cc}. De laatste versie is verkrijgbaar in grijs, maar veel liefhebbers kiezen voor de duurdere optie: een Galletto in Guzzi-rood . In 1954 volgt de {Cardellino} de Motoleggera op. Deze motor staat elf jaar op het programma en groeit in die tijd in omvang: van 65 cc naar {75} en uiteindelijk 85 kubieke centimeter. De 5 pk sterke Cardellino is met z'n top van 65 kilometer een vlotte en vooral handelbare tweewieler. Voorzien van grote metalen zijkoffers draagt de dienstfiets vooral veel Italiaanse postbodes in het zadel.

FALCONE

Wie uit het voorafgaande opmaakt dat Guzzi na de oorlog definitief afscheid heeft genomen van de 500 cc-eenpitter, heeft het bij het verkeerde eind. Tradities zijn er om in ere te worden gehouden en dus brengt de fabriek de {Astore} en {Falcone} uit. Het laatste model is de succesvolste van de twee. De Falcone is zeventien jaar lang een goed verkopende motorfiets. Liefhebbers van de klappen van de oprechte eenpitter kiezen voor deze stamper uit Mandello. Daarnaast valt de Falcone bijzonder in de smaak als dienstmotorfiets. Divisies van de politie en diverse legereenheden geven de voorkeur aan de misschien wat tamme, maar niet af te beulen Falcone.

In het verdere verloop van de jaren vijftig en zestig ontpopt Guzzi zich als de belangrijkste Italiaanse producent van lichte motorfietsen. In 1955 verschijnt {de Zigolo}. De 98 cc is bedoeld om de kloof tussen de lichte Motoleggera en de Galletto te dichten. De Zigolo is een voorbeeld van een voor iedereen toegankelijk vervoermiddel. Aan de geheel in grijs uitgevoerde tweetakt is nauwelijks enig chroom te bespeuren. Het enige wat blinkt is de uitermate aantrekkelijke prijs. In 1956 lanceert Guzzi {de Lodola}, een 175 cc viertakt. Op zich niet wereldschokkend ware het niet dat het model laatste technische bijdrage van grondlegger Cario Guzzi is.