Falcone

[Moto Guzzi Falcone]
Moto Guzzi Falcone

In de oorlogsjaren draaide ook bij Guzzi alles om het leger, waar men vanaf 1932 al aan geleverd had in de vorm van de 500 cc {GT17}, die de standaard Italiaanse legermotor werd en de Mototriciclo, een militaire versie van de populaire Motocarro driewieler. Gedurende de oorlog leverde men duizenden Alces (met en zonder zijspan). evenals op de {Alce }gebaseerde driewielers, waar het Italiaanse leger kennelijk dol op was.

Na de oorlog bleef de band tussen Moto Guzzi en de militaire autoriteiten gehandhaafd, toen Guzzi voor hen de {Superalce} ontwikkelde, deze leek in grote trekken op de Alce. maar had een 500 cc kopklepblok in plaats van de vertrouwde vooroorlogse Guzzi kop-zijklep krachtbron. In 1952 volgde de 250 cc {Airone }Militaire, die evenals de Superaice tot 1957 geleverd werd, in 1950 verscheen een nieuwe liggende eencylinder, de {Falcone}. Het blok zelf was te beschouwen als een verbeterde Superalce, maar nu met gesloten klepbediening en verbeterde electrische installatie, maar het rijwielgedeelte was werkelijk geheel nieuw en bood een voortreffelijke wegligging. Zowel leger als politie kocht de Falcone hij bosjes en voor de burgermarkt verscheen ook een versie, de {Falcone Sport}. De Falcone bleef in productie tot 1967. Het inmiddels bejaarde, maar nog immer bij leger en politie populaire ontwerp werd in 1969 opgevolgd door de {Nuovo Falcone.} Deze bleef trouw aan het oorspronkelijke concept en de belangrijkste maten, maar was feitelijk geheel nieuw ontworpen, tot en met een moderne 12-volts installatie en een startmotor toe. Ook het rijwielgedeelle kwam vers van de tekentafel. In 19" l volgde een civiele versie van de Nuovo Falcone, die tot 1976 geleverd werd.

Andere eenpitters

[Moto Guzzi Stornello 125 Sport]
Stornello 125 Sport

We kunnen in het bestek van dit artikel geen recht doen aan de vele andere eencilinder modellen die Guzzi in de loop der jaren produceerde en doen een betrekkelijk willekeurige greep. Na de oorlog ging de fabriek zich ook bezighouden met wat we de bromfietsmarkt zouden kunnen noemen, met de 65 cc {Motoleggera} die van 1946 tot 1954 gebouwd werd, opgevolgd door de Cardellino {65}, {73} en 83. Ook verbreedde men het aanbod in de lichte motorklassen vanaf 100 cc. De lichtste was de scooterachtige {Zigolo} met 98 cc tweetakt motor die van 1953 tot 1966 gemaakt werd en bij de scooterachtigen mogen we ook de 160 cc {Galletto }niet vergeten die zestien jaar lang, van 1950 tot 1966 in de catalogus stond. Dan was er de {175 cc Lodola} met zijn schuinvooroverhellende cylinder die van 1956 tot 1966 werd aangeboden en in 1960 kwam de sportief gelijnde {Stomello}, een 125 cc kopkleppertje dat in diverse versies, tot en met een {160 cc model met vijf versnellingen}, tot 1975 gebouwd werd. En over brommers gesproken: in deze categorie vallen ook zeker de 42 cc {Dingo} die in diverse varianten in de eerste helft van de jaren 60 werd geproduceerd en de van 1966 tot 1973 gebouwde {Trotter}, een simpel boodschappenbrommertje.