TEST MOTO GUZZI LE MANS II

'Door het buitengewone hoge prestatiepeil van deze machine, moet deze motor beschouwd worden als een racer en zodoende ook als een coureur bereden worden'. Aldus de vrije vertaling van het voorwoord in het instructieboekje van de Moto Guzzi Le Mans II. Een uitspraak die het merk direct al vrijwaart van vervelende opmerkingen rond de zitpositie omdat het hier nu eenmaal om een racer gaat nietwaar? In ieder geval zit die uitspraak er niet ver naast, want de Le Mans II is in alle opzichten een opvallende machine. Het prestatiepeil is, zeker voor een 850 cc machine, bijzonder hoog. De motor stuurt razendscherp, het uiterlijk is flitsend en de prijs is net zo spectaculair als de vormgeving. De Moto Guzzi Le Mans l is een machine voor de man die heel duidelijk een uiterst sportieve Europese topmachine wil hebben. Want dat is deze Le Mans.

Motor

Het blok van de Le Mans is het inmiddels genoegzame bekende V-twin model van Guzzi. Door een boring en slag van 83 x 78 mm komt de Guzzi aan een inhoud van 844 cc, een getal dat dicht in de buurt van stamvader van deze lijn, de V7, komt. De Le Mans is echter heel wat potiger uit gevallen. Onder meer door twee joekels van 36 mm Dell'Orto carburateurs (zoals het hoort zonder luchtfilter, maar met twee kelken) met acceleratiepompen. Verder zijn de klassieke trucs toegepast als een andere nokkenas, vergrote in- en uitlaatkanalen, hogere compressieverhouding en een aangepast uitlaatsysteem. De ontsteking bleef conventioneel met twee stel contactpunten. Dat alles resulteerde in een vermogen van 58.0 kW (79 pk) bij 7300 toeren en een brede koppel-kromme die zijn hoogste punt haalt bij 6750 omwentelingen, waarbij de motor dan goed is voor 76 Nm. Opvallend bij het starten is het luidkeels snorken van de choke, voorzichtigheid is overigens geboden bij het starten. Wie te snel, te veel gas geeft wordt geconfronteerd met een verzopen motor die niet snel weer tot leven te wekken is. Maar de Guzzi startte bij ons perfect en is daarbij bepaald niet koudbloedig.
Het V-twin blok domineert het uiterlijk. De Twee enorme Dell'Orto (mat kelken) zitten niet in de weg, de kuip wél. Italianen kunnen als ze zin hebben érg mooie dingen maken. De tweedelige kuip van de Guzii is daar een sprekend voorbeeld van.
De Le Mans is dankzij de lage, smalle bouw en het lage gewicht een rappe verschijning op de snelweg. Met de sportieve zit, zit je snel opgevouwen achter de kuip en met de motor helemaal 'los' is een topsnelheid van bijna 220 kilometer per uur haalbaar. Wie er niet veel zin in heeft mag ook rechtop blijven zitten waarbij de Guzzi nog vlot 210 kilometer haalt. Zonder meer uitstekende getallen voor deze 850 cc machine waarvoor menige 'superbike' met aanzienlijk méér cc's nog knap moeite voor moet doen De Guzzi wil er graag met grote klappen vandoor gaan, de machine reageert gretig op het gas en hoewel de methode met de acceleratiepompen in de carburateurs nou niet bepaald subtiel is, het werkt wél. Trillingen zijn vooral voelbaar in het middengebied, wanneer het gas open gaat. Eenmaal daaroverheen loopt de Guzzi smeuïg, hoewel je altijd blijft voelen dat daar onder je twee forse zuigers aan het werk zijn.
Het brandstofverbruik is, zeker bij een snelle rijstijl, niet gering. Bij ons verbruikte de Le Mans een liter super op 13 kilometer. Ter vergelijking, de V-1000 G 5 die bij ons in de lange duurtest zit verbruikt een liter op circa 16 kilometer, Met een tankinhoud van 22.5 liter geeft de Le Mans een actieradius van bijna 300 kilometer en dat is weer een uitstekende waarde.

Transmissie

De Guzzi valt nog onder de categorie 'cardanmachines oude stijl', want de vijfbak laat zich bepaald niet geluid-" loos schakelen. De versnellingen zijn stroef te vinden, de slag is nogal groot. Problemen die je vooral bij terugschakelen ondervindt. Zeker wanneer de koppeling niet totaal ingetrokken wordt (wat door de grote hendels bevorderd wordt) knalt de bak bij het inschakelen van de eerste versnelling. Wel goed is het feit dat de transmissie fijn spelingsvrij werkt. Wij hadden de uitvoering met normale bak (legen meerprijs is ook een close ratio bak verkrijgbaar) en de overbrengings-verhoudingen daarvan zijn prima op elkaar en de motorkarakteristiek afgestemd. Je leert wel stil en snel schakelen met de Le Mans, maar het past niet bij het flitsende gedrag van deze machine. We kregen hem zo plat dat we even verlangden naar een hak-teen schakeling omdat we bij het terugschakelen anders het pedaal in asfalt zouden boren.

Remmen

De Guzzi is rondom voorzien van grote (geperforeerde) schijven die bediend worden door het eigen integrale remsysteem. De werking ervan was buitengewoon goed. Zowel met de enkele, handbediende, schijf vóór als met het integrale systeem kon onder alle omstandigheden keihard en prima doseerbaar geremd worden. De Brembo stoppers zijn van een werkelijk uitstekende kwaliteit, geen kritiek dus in dit opzicht.

Weggedrag

De Moto Guzzi Le Mans stuurt op de weg in één woord geweldig. Dat klinkt buitengewoon positief en zo is het ook bedoeld, want de Guzzi behoort in dit opzicht tot de absolute topklasse. Zowel in korte als lange bochten stuurt de machine onberispe- lijk strak, het buitengewone stijve frame laat geen hobbeltje in de buizen doorkomen, Ook op zeer hoge snelheden is de stabiliteit goed, lengterichels hebben geen merkbare invloed op het stuurgedrag. Een heel enkele keer kregen we links een uitlaatbocht aan de grond, maar door de bank genomen is de grondspeling van deze toch heel lage machine ruim voldoende. Een deel van dat fijne weggedrag kan toegeschreven worden aan de Pirelli banden die een voortreffelijke grip op de weg geven. Standaard heeft de Le Mans een verstelbare stuurdemper die wij gewoon in de lichtste stand lieten staan. Waarom het ding erop zit is niet duidelijk, want nodig heb je hem zeker niet, al staal het natuurlijk altijd wel aardig. De indruk van soliditeit die je op de Guzzi krijgt is de overheersende impressie. De machine voelt zo strak aan als een blok beton, geen flauwtes in het frame of een flopperige voorvork, het zit allemaal solide in elkaar en dat voel je. Mei het neutrale, maar toch gevoelige stuurkarakter is de Le Mans een bochtenmachine bij uitstek die de sportieve rijder alles zal kunnen geven wat ervan gevraagd wordt. Want de Le Mans is zo'n zeldzame machine die (véél) harder kan dan menige rijder kundig is.

Zitpositie

Bij zo'n uitgesproken sportieve machine hoort natuurlijk een dito zitpositie. En die heeft de Le Mans dan ook. De clip-ons zitten standaard op deze machine, het zadel is lekker laag, de voetsteunen weer goed hoog. Dat betekent ook dat lang niet iedereen zich zo makkelijk achter de kuip zal kunnen opvouwen. Vooral rijders met lange benen zullen deze positie met de hoog opgetrokken knieën niet bijster kunnen waarderen. Voor de echte hardgaander is het echter de enige juiste positie die bij hoge kruissnelheden niet eens zo erg oncomfortabel is. Omdat het zadel zo laag geplaatst is, kunnen ook rijders met uitgesproken korte pootjes nog gemakkelijk aan de grond komen. Op de Guzzi zit je solide achter de tank, waarbij het hoog oplopende zadel en het voelbare trapje in de buddy je degelijk opsluiten. Te degelijk voor de eerder genoemde groep der langbenigen, want die zullen precies op dat trapje moeten zitten om een goede zit te bereiken. Hinderlijker is echter dat de kniestukken in de stroomlijn voor iedereen lastig in de weg zaten. De SP kent hetzelfde probleem en de simpelste remedie is wel om ze eenvoudig weg te laten wat weer een paar centimeter scheelt. De tweedelige stroomlijn is behalve mooi ook nog functioneel. Om de knieën er niet buiten te laten steken zullen lange rijders ver naar achteren moeten zitten, maar dan is de bescherming ook heel goed. Het stuurkuipje. want dat is het bovenstuk in wezen, had totaal geen invloed op de stuureigenschappen. Hel lijkt ons eigenlijk wel zo simpel, en voordelig, om de kuip uit één stuk te maken, maar deze tweedelige constructie beviel in de praktijk uitstekend. Dat de vormgeving ook aërodynamisch in orde blijkt te zijn bewijst de hoge topsnelheid wel. Een passagier heeft het op de Le Mans minder naar zijn zin. Weinig ruimte en nog minder houvast zorgen voor een wankele rit.